for your zooing pleasure

dierentuinarchitectuur zoo madrid
dierentuinarchitectuur, zoo madrid

Dierentuinarchitectuur

Familie-indelingen in 19e-eeuwse dierentuinen

19de-eeuwse dierentuinen zijn onmiskenbaar gelinkt aan kolonialisme als plek om dieren uit de overzeese gebieden te etaleren. Ze ontstaan ook uit een wetenschappelijke behoefte om dieren te bestuderen en de opkomst van de rijkere stedeling die rijp is voor recreatie. In de Londense zoo ziet Darwin voor het eerst een orang-oetan. Zou hij daar ook voor het eerst "hm... familie?", hebben gedacht? In de wetenschap zijn dieren dan in families ingedeeld en in de dierentuin gaan gebouwen voor dieren "familiehuis" heten. Apenhuis. Kleine zoogdierenhuis enz. Dierentuinen verzamelen dieren alsof het postzegels zijn. Het is een doel op zich om zo veel mogelijk soorten te laten zien, kooi naast kooi, familie naast familie, een catalogus. Kleine kooien voldoen; dierenwelzijn is nog niet hip. Bovendien is de dichte nabijheid van wilde dieren een sensatie. Dat gevoel van superioriteit wanneer je aan de goede kant van de tralies staat...

 Taxonomie

Romantiek, natuur en oosterse invloeden

Later komt de dierentuin zonder zichtbare afscheidingen op, met de romantische opbouw van een landschapsschilderij. Voorgrond, middenplan en achtergrond, zo ontwikkelt Carl Hagenbeck zijn eerste op de natuur geïnspireerde panorama waarop hij in 1886 patent krijgt. Op de voorgrond van grand panorama Afrika een open visuele ruimte met water en niet-agressieve felgekleurde diersoorten als flamingo's. Antilopen en zebra's bevolken het middendeel. Om dit midden visueel te versterken ligt het hoger dan de voorgrond. Op de nog hoger geplaatste achtergrond zie je roofdieren. Leeuwen en gieren aan de voet van de berg. Op de berg verblijven ibexen en manenschapen. Vegetatie aan de zijkanten van het panorama en hellingen versterken het framing mechanisme: prooi- en roofdieren in één alomvattend beeld.

Slingerpaadjes, hoogteverschillen, kunstrotsen, vijvers en watervallen zijn 19e-eeuwse elementen die je in oude zoos ziet. Even kenmerkend is de aanblik van oude naast moderne verblijven, een strak ontwerp van een 21e-eeuwse architect naast een Egyptische tempel voor olifanten. Die in Antwerpen is autentiek te noemen, maar vroegâh, toen de chartervlucht naar voordeelzon nog niet bestond, kon men exotische omgevingen ook heerlijk bij elkaar fantaseren. Al die oosterse ornamenten symboliseren het 19e-eeuws verlangen naar verre verten. (Zuid-Amerika, Afrika en Azië zijn pas na 1850 volledig in kaart gebracht).

Modernisme

Modernisme begint in de vroege 20e eeuw. Het apenhuis (1828) van Frits Schlegel in Kopenhagen lijkt het eerste verblijf in deze stijl. De Londense Penguin Pool (1934) is een klassiek voorbeeld van form follows function en less is more. Een betonnen hoogstandje, maar niet echt fijn voor pinguïns...

 

Dierenwelzijn en experiences

Een meer recente trend is dierenwelzijn waarbij dierentuinen het zoeken in de totaalbeleving die bekend is in de vorm van 3D, virtual reality en sensation. Ervaringen verzamelen is het idee. Dieren lijken in hun oorspronkelijke habitat te verkeren met hun geografische soortgenoten. Ook bezoekers van de dierentuin moeten zichzelf ín de habitat van het dier wanen. Samen ondergedompeld in de natuur. Met dit landscape immersion concept tonen zoos niet slechts dieren in het landschap van oorsprong, maar trekken dit door naar een scala aan wereldlandschappen en thema's.

Verpretparkisering.

Vogelverblijven

Vooral bij vogelverblijven kan de gedachte opwieken dat gevleugelde dieren - symbool van vrijheid - opgesloten zitten voor de lol van de mens. Vogels trekken zich niets aan van muurschilderingen en nepplanten. En architecten maken nu eenmaal overal een project van, ook van de opdracht om opsluiting van vogels vorm te geven.

Tot 2020 toont Zoo Antwerpen vogels in verlichte etalages in een verder donker verblijf. De vogels zitten niet achter glas of tralies; dagvogels vliegen het donker niet in. Het onbelemmerd zicht is reuzeleuk voor de zoo-gangers.

Het laat de dubbele illusie zien van mensen die denken dat ze dieren in hun natuurlijke omgeving zien en dieren die doen alsof ze hier thuishoren.

Raffaele de Vico gaat voor zoo Rome onder meer op studiebezoek in Leipzig om de volière van Carl James Bühring te bekijken. Hij achterhaalt welke vorm het meest geschikt is om vogels te laten opstijgen en landen en komt uit bij de geodetische koepel (1935).

In de jaren zestig proberen Snowdon, Price en Newby vogelverblijf Snowdon Aviary onzichtbaar te maken in Londen. Het complexe tetrahedrale aluminium frame heeft een gigantisch net en spankabels die de hele handel overeind houden. Het net is lichtdoorlatend waardoor binnen en buiten in elkaar oplossen alsof het geen dierenverblijf is. Van opsluiting is geen sprake...

In 1980 ontwerpen Otto Frei, Jörg Gribl en Ted Happold met 18m hoge pylonen en hangend draadgaas een wolkachtige vogelvolière.

Een rode draad in dierentuinarchitectuur lijkt te zijn: dit is geen zoo.



Leave a Comment!

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Copyright © 2015-2025 Zoo-gle.nl Pia Mitchell Amsterdam All Rights Reserved