Amsterdam zoo Artis
De 19e-eeuwse stadsdierentuin Artis is opgericht om kennis van de natuur te verspreiden en altijd sterk op onderwijs gericht gebleven. Jaarlijks bezoeken duizenden scholieren de city zoo, die ook schildercursussen biedt en een eigen Artis Academie heeft met Artisprofessoren. Andere trefwoorden: museaal, botanisch en integraal. Het is de eerste dierentuin in Nederland en de zevende in Europa.
Observaties
Architectuur: de oude zoo
Grondplan en 19e-eeuwse architectuurtuin
De soms meer dan 150 jaar oude bomen vormen samen met de oude gebouwen de hoofd- en de dwarsas van een kruis, de basis van de tuin. Slingerende voetpaden langs decors in allerlei stijlen van tuin- en landschapsarchitectuur zorgen voor telkens andere zichtlijnen. Door dit coulissenlandschap oogt de tuin groter.
Rijksmonumenten
De 19e-eeuwse dierentuin is vormgegeven door architecten Van Lunteren (tuinaanleg), Salm, Ouëndag en Klinkhamer. Artis heeft elk monument, elk verblijf, elk beeld, elke boom en elk dier gedocumenteerd, zowel op locatie als op de website. Wolvenhuis, Masmanhuisje en andere gebouwen zijn ouder dan Artis zelf. De dierentuin heeft 27 rijksmonumenten, onder meer de hoofdingang, Hollandse tuin en het Kerbert Terras.
Roofdierengalerij (1859-2015)
Het eerste ontwerp van architect Salm in Artis is de roofdierengalerij naast de Hollandse tuin. Het oorspronkelijk bouwwerk bestaat uit beton, veel gietijzer en versieringen. Er zijn alleen binnenverblijven en een overdekte serre voor het publiek. Wanneer de overkapping in 1930 verdwijnt, maakt de serre plaats voor buitenverblijven. In 1975 vervangt gaaswerk de tralies.
De meest fotogenieke dieren in deze galerij waren opmerkelijk lastig te fotograferen. Dat geldt tussen 2 () ook voor het nieuwe panterverblijf! Oktober 2015 gaat de galerij van Salm neer vanwege het olifantenverblijf.
Aquarium
In 1882 opent het dan grootste en modernste aquarium ter wereld. Ook van architect Salm. Met stoomschepen haalt men water uit zee om dit in de haven over te pompen naar schepen die klein genoeg zijn voor de waterweg naar Artis.
Romantiek
De rode gevel van het olifantenverblijf en de uilenruïne van brokstukken van het Brabantse kasteel Brederode zijn romantische bouwsels. In 2018 vat Artis het plan op om van de uilenruïne een doorloopverblijf maken.
De Volharding
Het gebouw bij de gierenvolière staat op de fundamenten van rijstpakhuis De Volharding of Rijstpelmolen Java & Carolina en huisvestte 1888-1910 het Ethnographisch Museum Artis. Hiervoor zijn een verdieping en aan weerszijden paviljoens toegevoegd. Op de benedenverdieping bleven vogels en runderen wonen. In 1922 is onder leiding van Ouëndag tijdens een verbouwing (collegezalen) een extra verdieping onder de kap gemaakt. De gierenvolière is van 1988.
Minangkabauhuis (1916)
Dit Sumatraans vakwerkgebouw met puntig zadeldak past in de 19e-eeuwse trend om het exotische van de bewoners in de bouwstijl op te nemen, zoiets als de Moorse tempel voor antilopen in zoo Antwerpen. Toen het een apenverblijf werd, zijn er klimrekken bijgeplaatst in de vorm van het Minangkabauhuis. Minanghuizen zijn traditonele matriarchale woningen in West-Sumatra.
Hagenbeckverblijven
Het Kerbert leeuwenterras (Ouëndag 1928) past net als de bokkenrots in de opvatting van Hagenbecks naturalistische verblijven. In 1940 opent een apenrots in dezelfde rotsachtige stijl. De apenrots van nu is van gemeente-architect Van Laarhoven (1966): moderne architectuur.
Architectuur: 21e eeuw
De jaren nul: savanne, vlinderkas, lemurenland en masterplan
Landscape immersion is niet meer weg te denken in de dierentuin. Op het voormalig rangeerterrein van 4 hectare opent in 2002 de Afrikasavanne waar bezoekers het gevoel krijgen op het grondgebied van vrij rondlopende zebra’s en gnoes te staan, gemengd gehuisvest in dezelfde biotoop.
Tussen verzorgingscentrum en savanne een aangelegd berglandschap voor algazellen. Het landschapsontwerp is van Buro Sant en Co; de gebouwen van Onno Vlaanderen Architecten. Tussen savanne en verzorgingscentrum een brug naar het uit verschillende soorten hout, glas en steen opgetrokken restaurant de Twee Cheetahs en een "kloof" tussen de Doklaan en de kade.
Olifanten- en chalet-achtige giraffenstal op de oude grens van de tuin zijn aangesloten op de nieuwe wandelroute door van de achterkant op het oog een tweede voorkant te maken. Dit levert de olifantenstal een romantische gevel met publieksingang op. De giraffenstal krijgt een groter buitenperk en een droge rotsgracht ter vervanging van het oude hekwerk.
Vanuit een ondergrondse waterfilterinstallatie gaat gezuiverd grachtwater naar de dierenverblijven.
Vlinderkas en Lemurenland
Op 4 oktober 2006 opent op de plek van het Insectarium en wat plantenkassen, een 1000 m2 grote vlinderkas. Twee jaar later komt Lemurenland, een eilandje waar overdag rode vari's en bezoekers rondscharrelen. 's Nachts staat de brug onder zwakstroom.
Dieren doen niet altijd leuk mee aan concepten. De zwartwitte vari’s - óók in Lemurenland gepland - trekken onmiddellijk ten strijde bij het zien van een rode. Geen sprake van gezamenlijke huisvesting.
Masterplan 2005
Als het parkeerterrein ondergronds gaat, komt er ruimte voor de laatst mogelijke uitbreiding van Artis, aldus het masterplan 2005. De roofdierengalerij moet neer en vanaf die plek komt een doorbraak naar de Dokkade. Hetzelfde plan omschrijft het Kennisplein bij het Geologisch Museum en een Microzoo. Ook het Groote Museum van de Biodiversiteit aan het plein wacht een opknapbeurt. Het duurt een jaar of tien voor het zover is.
Geen grote stad of dierentuin zonder bouwput of verbouwing.
Op het Artisplein zijn Micropia en café-restaurant Plantage (boven en naast de Ledenlokalen met zwarte gevel) een blauwdruk voor de restauratie nieuwe stijl.
De jaren 10
Het Apen- en Vogelhuis zijn ingrijpend doch behoedzaam tot op het skelet gestript en van een nieuwe fundering voorzien. Het vogeldeel heeft nu drie biotopen zonder tralies.
Olifantenverblijf 2017
Op de plek van het gesloopte roofdierenverblijf is de grond geprepareerd voor een kudde van 8 olifanten. Dankzij een windarchitect zijn de rotsblokken zo geplaatst dat de dieren altijd uit de wind kunnen staan. De donkere of lichte rotsblokken zorgen voor verkoeling of juist warmt en zijn ruw om tegenaan te schuren. Er zitten luiken in waarachter verzorgers voedsel verstoppen. Deze vorm van activering passen dierentuinen toe om verveling bij dieren te verdrijven: behavioral enrichment.
Het bad is diep met ruwe treden en gevuld met grachtwater. Bezoekers krijgen een glad wateroppervlak voorgeschoteld en de illusie dat de olifanten vlak voor hun neus voorbijzwemmen. Een extra wal onder water houdt de dieren echter op veilige afstand. Waterkanonnen zorgen voor douches die de olifanten stimuleren te gaan zwemmen. Via een afvoer en een schuine vloer is de mest af te voeren.
Spantbogen van het zolderskelet van het roofdierenverblijf zijn met iets minder tussenruimte maar de facto op dezelfde plek teruggeplaatst.
Geschiedenis
Ontstaan
Naar Londens model is in 1838 het Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra opgericht. Het begint hartje Amsterdam in de Plantagebuurt, een 17e-eeuws tuindorp dat halverwege de 19e eeuw flink was afgegleden. Opwaardering vindt plaats door verkoop van de meer dan 90 tuinen aan huurders. Artis bemachtigt enkele tuinen en weet de stijl en sfeer van een Engelse landschapstuin met monumentale gebouwen, vijvers en siertuinen te behouden. De oorspronkelijke dierentuin start op de plek van de kinderboerderij naast het Artisplein dat in 2014 is teruggegeven aan de gemeente en nu als Frans gestijld openbaar plein een pareltje in de stad is. Een pontje vervoerde Artisbezoekers over de Nieuwe Prinsengracht die de dierentuin in tweeën deelde. Zeelui gingen ook wel stiekem van boord in de dierentuin. Na overname van het water maakte Artis er de drie vijvers van waar je direct na binnenkomst vanaf het papegaaienlaantje tegenaan loopt.
Collectieopbouw
De oorspronkelijke collectie van papegaaien, apen en een Surinaamse boskat is ineens een dierentuin wanneer Artis in 1840 de menagerie van Cornelis van Aken opkoopt. De zoo breidt daarmee voor 30.000 gulden met 200 dieren uit.
Artisleden nemen regelmatig dieren of dode voorwerpen mee van de vaart. Voor opgezette dieren, skeletten en fossielen is het Groote Museum gebouwd (1855). De dode voorwerpen verhuizen begin vorige eeuw naar universiteit en musea.
In het begin heeft slechts een enkeling toegang, totdat de tuin in 1852 enkele dagen in de week opengaat voor publiek. Pas rond 1900 mag iedereen naar binnen.
1940-'45
In de oorlog zitten tussen de 150 en 300 mensen ondergedoken in Artis, maar de tuin heeft geen geheime schuilkelder zoals zoo Warschau. In 1941 vallen er brandbommen op de dierentuin, bedoeld voor de goederenwagons ernaast.
Ruimtegebrek en top-tien dieren
Door ruimtegebrek is het aantal diersoorten teruggebracht van 1100 in 1986 tot een 700-tal in 2005. Een decennium later zijn het er 900. Zoals elke tuin heeft Artis top-tien dieren nodig; roofkatten en olifanten bij voorbeeld. Publieksmagneten. Grote diersoorten verdwijnen: nijlpaard Tanja en de verhuisde (ijs)beren en tijgers hebben geen opvolgers gekregen.
Cruciaal is de keuze om op deze plek in de stad te blijven.
Uitbreiding 1997
Na lang wachten is het rangeerterrein tegenover de pakhuizen van het Entrepotdok in 1997 bij de toen 10 hectare grote dierentuin getrokken. Al in 1989 ligt hiervoor Tijgers aan de gracht klaar, het masterplan van Artis en Onno Vlaanderen Architecten BNA. Artis grijpt de uitbreiding aan de dieren thematisch te huisvesten.
Plattegronden dierentuin Artis Amsterdam
CIjfers 2006 vs 04
- 1838
- Diersoorten: 730 vs 900
- Dieren:
- 14 ha
- 1 vs 1,3 miljoen
- 19e-eeuwse zoo
- Architect betrokken
- Eerste zoo in Nederland
- Kenniszoo
- Monumentale verblijven