Londen zoo
De Garden of the Zoological Society is de eerste zoo voor wetenschappers die dieren bestuderen en 20 jaar later ook voor de burgerij als vrijetijdsbesteding. De site van 15 hectaren bestaat uit drie met bruggen en tunnels verbonden delen. De dierentuin telt 13 monumentale gebouwen van de categorie Grade 1 en 2. Sommige daarvan zijn ongeschikt voor dieren verklaard. In Londen zijn by the way bij de weg de woorden zoo en aquarium uitgevonden, een afkorting van zoological garden en een samentrekking van aquatic vivarium.
Observaties
Architectuur
De zoo is rijk aan 19de- en 20e-eeuwse architectuur. Decimus Burton, van 1826-41 de eerste architect van dienst, ontwerpt de tuin in een tijd dat in Engeland pittoreske landschappen en rustieke vermaaksarchitectuur en vogue zijn: gezellig en landelijk.
- 1828 De Clock Tower is het oudste bakstenen verblijf in de zoo. Het soort van Tudortorentje is drie jaar later toegevoegd. In 1844 maken ze er een gotisch lamaverblijf van. Rond de eeuwwisseling een volgende reconstructie. Na de oorlog is het beschadigde gebouw opnieuw opgetrokken en eind jaren 80 wordt het een winkel. Nu is het een EHBO-post.
Architect: Decimus Burton
Architect 1898: Charles Brown Trollope
Architect 1946: Burnet, Tait and Lorne - 1836-7 Het giraffenhuis maakt vanaf 2006 deel uit van Into Africa en is altijd giraffenhuis gebleven. De indeling van de 6,5m hoge blokvormige giraffenstal van "Londen stock" baksteen is symmetrisch rond de middenas. Een voorgevel met drie 5m hoge rondboogdeuren onder een leien dak met diepe randen en beugels. Naast rechte lijnen en symmetrie, karakteriseren driehoekige geveltoppen (frontons) de neoclassisistische architectuur. Dezelfde boerendeuren maar dan een maatje kleiner in de lagere zijvleugels van 1848-50; de oostvleugel was het nijlpaardenhuis. De bijpassende westvleugel wordt toegeschreven aan Anthony Salvin. De vleugels hebben een mini-zolder boven de kroonlijst, een attiek. Het gebouw lijdt bomschade in 1940 en is begin jaren zestig opnieuw gebouwd als onderdeel van de Cotton Terraces. Greppels en banken in plaats van hekken, zodat het publiek de dieren beter ziet, maar veel Burton is intact gelaten.
Architect: Decimus Burton
Architect 1960-3: Franz Stengelhofen en Colin Wears - 1882-3 Voormalig reptielenhuis en nu Blackburn Pavilion is een victoriaanse verschijning die vanaf 1927-8 als vogelhuis dient. Uit die periode stammen de bakstenen aanbouwverblijven en de metalen kooien aan de zuid- en westkant. Kleine vogelkooien zijn in 1974 toegevoegd. Maart 2008 heropent het paviljoen na een renovatie van £2.5m met de oorspronkelijke toegangspoort weer in ere hersteld en een zwaar accent op visuele educatie. De poppetjes op de vogelklok (Tim Hunkin, 2008) voor de deur zijn elk halfuur aan het dansen. Het blokvormig hoofdgebouw van rode bakstenen en zandsteen meet 36 bij 18m en heeft een leien dak. Binnen een zwart-witte mozaïekvloer, tot het plafond doorgetrokken beglaasde verblijven en "victoriaanse" vogelsilhouetten en afbeeldingen aan de muur. Verder een walk-through regenwoud terwijl Engelands enige kolibries daar weer achter resideren.
Architect: Charles Brown Trollope
Architect 1927: P E C Lain
Architect 1974: John Toovey - 1896-7 Het ooievaar- en struisvogelhuis moest grote vogels tegen de winterkou te beschermen; ooievaars aan de noordkant en struisen aan de zuidkant. De stijl is "Domestic Revival" of Oud-Engels. Rode bakstenen met terracotta dressings, wat pleisterwerk en een houten torentje geven het langgerekt gebouw die leuke landelijke touch. In de jaren 1990 is het aangepast voor andere bewoners en in 2005 opent het, gerenoveerd als African Bird Safari. Nog altijd behoorlijk autentiek. In 2013 wordt het verstevigd en deels aangepast als tijgerverblijf.
Architect: Charles Brown Trollope
Architect 2013: Wharmby Kozdon Architects - 1913/4 In de Mappin Terraces zien we een regelrecht Hagenbeckpanorama. Het verbluffend berglandschap is concentrisch geordend op een kwartcirkel geflankeerd door trappen voor mensen naar terrassen op drie niveaus. De vier rotsformaties zijn een vroeg experiment met gewapend beton volgens een nieuw bouwprincipe van Julius Kahn. Het naturalistisch design was pittig gekruid met enrichment voor beren. Denk maar aan de kunstmatige rotsheuvel als visuele barrière in het landschap en zelfs uitwerpselen van roofkatten als in: de vijand is overal. Die beren woonden op de tweede verdieping, met herten (later pinguïns) en geiten als beneden- en bovenburen. Water voor het Aquarium komt van reservoirs in de holle buik van de kunstmatige bergen. Doet denken aan de Grand Rocher in Parijs. Eind jaren 1960 is het verblijf gerenoveerd, in 1985 ging het dicht. In 2008 is een deel van de Mappin Terraces verbouwd tot Outback. De trappen zijn nu afgesloten.
Architect: John James Joass en John Belcher met ZSL secretaris Sir Peter Chalmers Mitchell.
Architect 1968-72: John Toovey - 1914-20 Net als de Mappin Terraces staat het Mappin Cafe op een kwartcirkel. Dit vroegere theehuis is gehuld in Italiaanse Renaissancestijl. Bakstenen, steendressings, flauwhellende pannendaken, gepaarde Toscaanse kolommen en op alledrie de hoeken een torentje. Openslaande ramen van vloer tot plafond met kleine ruiten en houten glaslatten. Vanaf het terras aan de ronde kant met open colonnade heb je een panoramisch uitzicht op de Mappin Terraces. Na sluiting in 1985 ging het in 2003 verder als evenementenlocatie Mappin Paviljoen.
Architect: John James Joass en John Belcher met Sir Peter Chalmers Mitchell - 1923-24 Aquarium Onder de Mappin Terraces ligt een gebouw met een klassiek uiterlijk. Kijk, een hoofdingang met ronde bovenkant en symmetrie in de gevels die pas later met cement of "London stock" baksteen zijn bekleed. Gefilterd water komt van een ingenieus kanaalsysteem in het binnenste van de Mappin Terraces.
Architect: John James Joass
Renovaties: Franz Stengelhofen - 1926-7 Reptielenhuis Dit praktisch gebouw is vooral verbonden met zoöloog Procter, die zich als interieurontwerper voor dieren ontpopte. Zij houdt zich ook bezig met technologie zoals UV-licht door vitaglas zodat de hagedissen vitamine D aanmaken. Decorbouwer John Bulle maakt de door haar bedachte naturalistische sets waarbij beplanting en rotswerk doorgaan in de muurschilderingen. Procter heeft meer "rotswerk" in de zoo gedaan.
Architect: Joan Beauchamp Procter met Sir Edward Guy Dawber - 1934 De Penguin Pool is een 30m lang, gedurfd ei van gewapend beton met in het midden twee spiraalvormige hellingen van 14 bij 1,2 meter die boven een ovaal zwembad lijken te zweven. Door de spiegeling in het water lijken het er wel vier. Azuurblauwe tegels hinten ook naar de oceaan. Streepjes op het wit geven een zweempje Corbusier. Alles is op circuleren gericht. De stilstaande bezoeker kijkt neer op de pinguïns die vloeiend rondjes zwemmen en op zijn pinguïns over de spiraalvormen waggelen. Form follows function, maar... de pinguïns krijgen gewrichtspijn en het water is te ondiep, zegt de zoo in 2004. Kinderen kunnen amper over de borstwering heen kijken en het gletsjerwitte beton doet pijn aan de ogen. Veel modernisme voor weinig habitat, zeg maar. Het leegstaande verblijf lijkt bevroren in zijn monumentenstatus.
Architect: Berthold Lubetkin en Ove Arup - 1962/4 Het lichtdoorlatend gaasnet over de Snowdon Aviary is maar een stippellijntje tussen binnen en buiten alsof er eigenlijk geen kooi is. Dat is de invloed van Price. Een vederlicht ontwerp terwijl het complexe tetrahedrale aluminium frame juist heel fysiek is. Het verblijf moest herkenbaar zijn, onderhoudsvrij en groot genoeg om vogels te laten vliegen. De fundering is van beton en de voetprint 45 bij 19m. Het hoogste punt is 24m. De gebruikte materialen zijn high-tech begin jaren 1960. Vanaf een hoger pad aan de noordkant en een lager gelegen pad aan de zuidkant kijk je van buiten naar binnen. Het is ook het eerste inloopverblijf in Groot-Brittannië. Door het midden loopt een zigzagpad met een cantileverbrug (die maar aan één kant twee steunpunten heeft) om de vogelnesten in de keermuur tussen de twee verdiepingen te zien. Eind 2016 komt het nieuws dat Foster + Partners het vogelverblijf opknappen en verbouwen om een kolonie Colobusapen te huisvesten. Foster + Partners zijn in dierentuinland bekend van het olifantenhuis in zoo Kopenhagen
Architect: Lord Snowdon en Cedric Price
Ingenieur: Frank Newby - 1962/65 Casson Pavilion In 1965 gaat de RIBA-award voor het beste gebouw in Londen naar Sir Hugh Casson voor dit brutalistisch betonnen bouwwerk voor olifanten en neushoorns. Hier is het echt form follows function. Ronde verblijven zonder scherpe hoeken. Het geheel heeft een opmerkelijke sculpturale vorm, even stoer en massief als de dikhuiden. Een goed kleurenpalet ook met paarse bakstenen om het verhoogd buitenverblijf en koperen kegeldaken. De geribbelde betonnen muren, net een olifantenhuid, voorkomen dat de dieren zichzelf of de muren beschadigen. Rondom de centrale hal voor het publiek liggen de verblijven. Door de hoge, groene lantaarns lijken bezoekers neer te kijken op een waterplaats waaromheen de kudde zich verzamelt. Een theatrale presentatie. Natuurlijk licht schijnt via een soort trechters de olifantenruimten in, terwijl de bezoekersruimten donker blijven volgens het aquariumprincipe. Het is al lang geen dikhuidenhuis meer.
Architect: Sir Hugh Casson, Neville Conder & Partners na debrief van Desmond Morris - 2005 Meet the Monkeys waar dierentuinbezoekers onaangekondigd bij de doodshoofdaapjes binnenvallen, zet de toon voor verdere renovatie.
- 2013 Tiger Territory Tussen Casson Pavilion, Mappin Café en het Aquarium steekt het tijgerverblijf boven de bomen uit. Het RVS-kabelnet van maar 10 kilo per m2 over opmerkelijke circusnokken geeft een ijl effect. Vier hoofdmasten en enkele kleinere dragen dit lichtgewicht net. Het hele verblijf meet 2500m2 en is in de hoogte een visuele aanvulling op de Mappin Terraces. Kosten: £3,6m. De architecten stellen de dieren voorop en blijven zelf in de schaduw. "Now, the emphasis is on animal welfare, on bringing visitors as close to the creatures as possible. Our aim is to disappear," in Kozdons woorden. De tijgers hebben hoge voederpalen, uitzicht over Regent's Park, een vijver, verwarmde rotsen en binnenvertrekken in het voormalig ooievaar- en struisvogelhuis. Het bezoekersplatform bij de zeeleeuwen kreeg panoramavensters en staalplaten tegen de zijkanten en kijkt nu op de pseudo-Sumatraanse tijgerhabitat uit.
Architects: Wharmby Kozdon Architects
Geschiedenis
De Zoological Society of London (ZSL) is in april 1826 opgericht door Sir Thomas Stamford Raffles en gelijkgestemden. Raffles is de eerste voorzitter, maar sterft kort na infunctietreding, één dag voor zijn 45e verjaardag. Op een geleased stukje Regent's Park doet de ZSL onderzoek naar dieren. De society mikt op een verzameling levende dieren, een museum opgezette dieren en een bibliotheek. De dierentuin opent in '27 voor leden, vooral bedoeld voor wetenschappers onder wie Darwin. Publiek mag mondjesmaat naarbinnen, omdat entreegeld meer onderzoek mogelijk maakt. In 1828 opent de zoo aan de noordkant van Regent's Park en in 1848 voor het grote publiek.
Op een dag in 1831 schenkt William IV de koninklijke menagerie aan de ZSL. Dit markeert het einde van een memorabel tijdperk waarin de exotische dierencollectie macht en rijkdom van de vorst vertegenwoordigt. Voortaan staat de verzameling symbool voor de wereldheerschappij van de natie over alle uithoeken van de aarde waar de tentoongestelde dieren vandaan komen.
Harriet Ritvo merkt op dat de 19e-eeuwse bezoekers de nabijheid van wilde dieren een sensatie vinden. Dat gevoel van superioriteit wanneer je aan de goede kant van de tralies staat...
"There was ample opportunity for visitors to enjoy simultaneously the thrill of proximity to wild animals and the happy sense of superiority produced by their incarceration...".
Van oude prenten weten we dat bezoekers de beren voeren met aan lange stokken geprikte broodjes. Zoals te doen gebruikelijk in de 19e eeuw neigt zoo Londen naar een postzegelcollectie van één, twee dieren van elke soort om te eindigen met de grootste dierenverzameling ter wereld.
In de stellige overtuiging dat tropische dieren niet tegen het Engels klimaat kunnen, houdt de dierentuin alle exoten de eerste 65 jaar binnen. Begin 20e eeuw laat ZSL-secretaris Peter Mitchell de dieren buiten lopen, geïnspireerd als hij dan is door de Freianlagen van de Hagenbeck zoo in Hamburg.
Historische primeurs
Met veel trots claimt de London zoo een aantal historische primeurs
- 1828 Eerste wetenschappelijke zoo
- 1849 Eerste reptielenhuis
- 1853 Eerste publiek toegankelijke aquarium
- 1881 Eerste insectarium
- 1938 Eerste kinderboerderijter wereld.
In de jaren 90 belandt de zoo in zwaar weer. De voorgenomen sluiting vanwege gedaalde inkomsten, wordt echter in september 1992 teruggedraaid. De focus verschuift naar wereldwijd soortbehoud via fokprogramma's en het onderbrengen van grote dieren in country zoo Whipsnade.
Bezoek augustus 2005
Where have all the animals gone? Verblijven langs de aanbevolen groene wandelroute ogen rommelig en verlaten, zoals het laantje van de anoa's bij het giraffenhuis en het armetierig aquarium. De Penguin Pool is bevolkt met stekelvarkens. Heel nice is de interactieve, museale presentatie in insectarium B.U.G.S!
Het besluit is gevallen om alle tralies te vervangen door modern design. De Londense dierentuin zal zich verder ontwikkelen volgens het recept van de African Bird Safari en het in 2005 gelanceerde Meet the monkeys. Bezoekers kunnen beide dierenverblijven (zonder afspraak) inlopen om zich door de natuur te laten inspireren.
Zoo Londen krijgt overigens geen structurele subsidie en heeft gevraagd of de EU overheidsbijdragen aan dierentuinen kan overwegen.
Bezoek oktober 2019
Een andere huisstijl natuurlijk, zwart-wit heeft plaats gemaakt voor groen-wit met dierafbeeldingen in de negatieve ruimten van het woord London. Net als het logo van zoo Keulen. Hup, hup naar de Snowdon Aviary. Om een verblijf waaraan Cedric Price heeft meegewerkt grondig te verbouwen... Londen doet het gewoon en daar vragen ze Foster + Parents voor. Maar nog ben ik te vroeg, het wordt 2020. Wie zouden ze de leegstaande Penguin Pool laten verbouwen? Of gaan ze het opblazen zoals Lubetkin zelf ooit suggereerde? Nog altijd een geometrisch wonder. Haha, de tekst op het bord bij de gorilla's: You're entering gorilla habitat, you'll have to think like a gorilla to track them down. Goede aankondiging van de landscape immersion-gedachte waarmee dit verblijf ontworpen is. Jij gorilla, ik mens, samen opgenomen in gorillaland. Land of the Lions is Klein India geworden. Vraag me altijd af wie zich echt laat meeslepen in zo'n decor. De Mappin Terraces zien er onwerkelijk uit, een droomlandschap randje Regent's Park. Samen met het bultige Casson Pavilion en de circusnokken van het tijgerverblijf een bijzondere skyline. De vrije vogels op de tentdaken hebben het weer het beste bekeken. Zoonlief ook een goed gevoel: "Je mocht hier zo lang blijven als je maar wilde."
Plattegronden dierentuin Londen
Cijfers 2005 vs 2018
- 1828
- Diersoorten: 850 vs 592
- Dieren:12.000 vs 19.000
- 15 ha
- 2,5 vs 1,18 miljoen per jaar
- 19e-eeuwse zoo
- Architect betrokken
- Kenniszoo
- Monumentale verblijven