Kopenhagen zoo
Kopenhagen Zoo is een dierentuin die architecten bij de creatie van dierenverblijven betrekt. Hoe rijker een land, hoe luxer de gevangenissen en dierentuinen? Hoe dan ook, de dierentuin van Kopenhagen is een welvarende zoo in een rijk land, met dure dieren in ruime, door architecten ontworpen verblijven.
Observaties
Architectuur
Architecten en dierentuin Kopenhagen
Frits Schlegel, een van de kopstukken van het naoorlogs modernisme in Denemarken in de jaren 30 heeft niet alleen de concerthal in Tivolipark ontworpen maar ook verschillende onderkomens in Kopenhagens zoo. Vroege voorbeelden van simpel modernisme als antwoord op al die 19e-eeuwse tierelantijnen. Zijn naam is verbonden aan de slangenkuilen (1938), het giraffenhuis (1939) en de ijsberengrotto waar een plaquette meldt dat Schlegel hiervoor in 1950 een onderscheiding van de gemeente ontving. In 2008 kent het stadsbestuur ook ontwerpprijzen toe aan Foster & Parents voor het olifantenverblijf en aan Dall & Lindhardsen voor het nijlpaardenhuis.
'Eiffeltoren'
Direct bij binnenkomst loop je tegen een toren uit 1905 aan. Het gebouw doet denken aan de Eiffeltoren maar dan van hout. Met 43,5 meter is dit zelfs een van de hoogste houten uitkijktorens ter wereld. Na 182 treden wacht op 34,2 meter hoogte een mooi uitzicht. De kroon bovenop is 80 cm hoog en het puntje van de vlaggenstok bevindt zich 50 m boven de grond. De klim kost zo’n 10 Deense kronen.
Architect: Hirth
Apenhuis
In 1984 verhuizen de chimpansees van het apenhuis van 1891 naar de apenjungle. Om ruimte maken wordt het zuiver functionalistische Store Rovdyrhus (grote roofdierenhuis) van Schlegel neergehaald. Na nog een renovatie in 1997 heet het gebouw Wereld van Primaten.
Olifantenhuis
Het allereerste houten olifantenhuis van 1878 is in 1914 vervangen door een olifantentempel. Dit gebouw van rode bakstenen is tot cultureel erfgoed bestempeld, maar in de 21e eeuw ook als verouderd voor het grootste dier van de dierentuin. Het is nu bewoond door kamelen.
Architect olifantentempel: PA Rosenkilde Gram
Wanneer men het bakstenen olifantenhuis (1914) met de voorkant van een klassieke tempel te klein vindt voor de Aziatische olifantenkudde van zo'n vijf koeien en twee bullen, neemt de directeur van de dierentuin een kijkje over de grens. De Great Court van het British Museum met het golvende glasdak van toparchitect Sir Norman Foster boeit hem mateloos. Wat een perfect.... olifantenhuis! In 2008 krijgt Kopenhagen een nieuw olifantenverblijf met spectaculaire glaskoepels. De landschapsarchitect zorgt voor visuele integratie en heft de grens (een muur) tussen de zoo en de naastgelegen Frederiksbergtuinen op, zodat je vanuit de tuinen de olifanten ziet en omgekeerd.
De architecten haken in op het leven van de Indische olifant in de vrije natuur en misschien net iets meer op de bezoekerservaring en veiligheidsaspecten. Er zijn twee aparte accommodaties omdat olifantenbullen het grootste deel van het jaar solitair leven. De bodem is bedekt met een halve meter zand in plaats van met beton. De stevige terracotta muren zijn van 30 cm dik beton. Verzorgers kunnen tussen eveneens roodbetonnen palen doorglippen als ze zich onveilig voelen. De olifanten niet. In het binnenverblijf (de stal voor de kudde) kunnen bezoekers de olifanten even goed zien, als horen en ruiken. Doordat het publiek zich in het halfdonker bevindt lijkt de ervaring op die in een bioscoop. Onderzoeks- en educatieve ruimten ontbreken niet. Binnen is er 1360m2 olifantenruimte en 2300m2 voor bezoekers.
De twee glazen dakkoepels laten natuurlijk licht binnen en maken alle veranderingen in de lucht zichtbaar; ze lijken versierd met witte boombladeren. Dankzij software zijn geen twee 'blaadjes' hetzelfde. Alles, van de dubbele beglazing tot en met de uitgekiende verwarming en ventilatie, is even eco-vriendelijk. Er zijn olifantendouches en de buitenruimte is voorzien van een enorm zwembad. De totale oppervlakte bedraagt 10730 m2.
Architect: Foster en Partners
Landschapsarchitect: Stig Andersen
Geschiedenis
19e-eeuwse dierentuin
Na een inspirerend bezoek aan zoo Berlijn mag vogelspecialist Niels Kjaerbølling een publiek toegankelijke menagerie beginnen. Hij krijgt hiervoor een lapje grond van 0,4 ha in de Princes Vilhelminetuin toegewezen voor de duur van 10 jaar. Met een zeehond in een tobbe en een schildpad in een emmer, wat konijnen, vogels en een vos opent de zoo op 20 september 1859. In het begin moet de menagerie het zonder rioolsysteem stellen. Jarenlang ook is er een winterstop om voederkosten uit te sparen. Half november laat men de inheemse dieren vrij en wordt de zeehond een kopje kleiner gemaakt om in het voorjaar weer met nieuwe exemplaren open te gaan. In 1868 verhuist de zoo naar de huidige locatie in Frederiksberg. Kjaerbølling blijft directeur tot zijn dood in 1871. Directeur Theodor Alving laat in 1936 de centrale tuin aanleggen. Behalve de buste van Kjaerbølling staat hier een klokstandaard uit 1932, gemaakt van hout van het roofdierenhuis.
De dierentuin ontwikkelt zich geleidelijk en stort zich in het begin op het verkrijgen van zoveel mogelijk verschillende dieren. Als later het welzijn van dieren in zwang raakt, krijgt elk dier meer ruimte en dikt de totale dierenverzameling daardoor in. Dierenhokken maken plaats voor landschapsverblijven. Ook zet de dierentuin zich inmiddels in voor educatie, internationale programma's en is hij vraagbaak voor andere Deense dierentuinen. En hoewel zoo Kopenhagen vanaf 1872 privébezit is draagt de Deense overheid financieel bij.
1890-1903 Tekijkzetting van mensen uit India
Eind 19e eeuw (van 1890-1903) zijn er in Denemarken zo’n 50 tentoonstellingen van mensen: human caravans. In 1901 exposeert zoo Kopenhagen drie maanden een ‘Indiaas dorp’ compleet met een 30-tal Indiërs (mannen, vrouwen en kinderen), met gedresseerde olifanten, slangen en beren. De vermaakswaarde voor het publiek bestaat uit een kijkje in het dagelijks leven van de vreemdelingen die exotisch overkomen, een soort voorloper van real life programma’s. Ook geeft het gezelschap uit Indië dat aldus drie maanden in de dierentuin woont, elke dag een spetterende show vol acrobatiek- en dierennummers.
Bezoek maart 2009
Niet ver van de ingang ligt nog een stukje oorspronkelijke zoo met een leeuwenterras, slangenkuilen en openluchttheater.
Indeling in leefgebieden
- Vogelmeer en gibboneiland;
- Scandinavisch en Noordpoolgebied met wolven, muskusossen, rendieren en ijsberen;
- Azië met het door Sir Norman Foster ontworpen olifantenverblijf en tapirs in het Herbivorenhuis uit 1875;
- Tropische kas met tropische regenbuien en vlinders
- Zuid-Amerika
Onder de Roskildevej, de weg waar de ingang is, leidt een voetgangerstunnel naar een nieuw nog wat kaal deel met Afrika en Oceanië.
Plattegronden dierentuin Kopenhagen
1 Vogelmeer, Gibboneiland 2 Leeuw 3 Flamingo 4 Zeehond 5 IJsbeer
6 Bruine beer 7 Noord-Europa - Rendier 8 Muskusos 9 Wolf 10 Olifant
11 Tapir 12 Azië 13 Kleine panda 14 Tropische zoo 15 Apen
16 Reptielen- en vissengrot 17 Zuid Amerika 18 Prairiehond 19 Centrale tuin 20 Zeeleeuw, pinguin
21 Nachtdierenhuis 22 Apenhuis 23 Slangenkuilen 24 Kameel 25 Caracal
26 Afrika 27 Afrikaanse savanne 28 Neushoorn, wildebeest
29 Kea, ringstaartmaki, Galapagosschildpad 30 Emoe, kangoeroe 31 Kinderboerderij
Cijfers 2009
- 1859
- Diersoorten: 264
- Dieren: 3500
- 11 ha
- 1,2 miljoen per jaar
- 19e-eeuwse zoo
- Architect betrokken