Antwerpen zoo
Het 19e eeuws landschapspark is van Van Cuyck en de oudste dierenverblijven van huisarchitect Charles Servais, na zijn dood in 1892 opgevolgd door Emile Thielens.
Observaties
Architectuur
Het 19e eeuws landschapspark is van Van Cuyck en de oudste dierenverblijven van huisarchitect Charles Servais, na zijn dood in 1892 opgevolgd door Emile Thielens.
Egyptische tempel
De Egyptian Court, Crystal Palace*) heeft model gestaan voor deze Egyptische tempel van 1855. Een basilicaal gebouw met achter het voorportaal een middenbeuk hoger dan de 2 zijbeuken gevolgd door een halfronde apsis. Vanaf 1860 prijken er op de muren van het voorportaal Egyptische schilderingen en hiëroglyfen. Oriëntalist Delgeur ziet toe op de verwezenlijking van deze droom van de architect. Het behoorlijk autentieke verblijf is meer dan eens gerestaureerd, de laatste keer in 2015 op basis van het masterplan. In de toekomst krijgt het gebouw een educatieve bestemming. Feitelijk was het altijd al vooral een voorbeeld van exotische architectuur.
*) Crystal Palace is in 1851 neergezet voor de wereldtentoonstelling in Londen en afgebrand in 1936.
Architect: Charles Servais
Moors gebouw
In de 19e eeuw huisvest zoo Antwerpen struisvogels in een neomoors gebouw (1885). Door een glazen strook in het platte dak valt licht op de bezoekersgang met aan weerskanten 7 kooien. De gevels van het langgerekt gebouw zitten vol tegels met bloemmotief en hebben deuren met een hoefijzerboog.
De okapi is in 1900 in de Congo - vanaf 1908 Belgisch-Congo - ontdekt en de allereerste export-okapi ter wereld is in 1919 in zoo Antwerpen beland. Drie van de vier okapi's in gevangenschap zouden Antwerps bloed hebben. Gebouw en dieren vertegenwoordigen de koloniën: zo vreemd, zo kleurrijk, zo exotisch.
Dierentuinen, de kolonieën in de etalage.
Architect: Charles Servais
De ingang
De oorspronkelijke ingang aan wat nu Carnotstraat heet, is later in gebruik genomen als dienstingang. De monumentale Art Nouveau-ingang aan het Koningin Astridplein is van 1903 toen het Centraal Station in aanbouw was.
De verplaatsing van de hoofdingang markeert de omsingeling van de zoo door de stad. Een liefdevolle houdgreep. Moderne architecten accentueren de omsluiting met een rotswand en maakten een stadseiland van de zoo.
Neushoornhuis
Vanaf 1893 koopt de dierentuin huizen aan de Ommeganckstraat op die niet allemaal meteen gesloopt zijn. Rond de eeuwwisseling ontwerpt de huisarchitect een haakgebouw tussen de gebouwen in de Ommeganckstraat. Hij gebruikt opvallende kleuren, allerlei bakstenen, en schubleien op het zadeldak. Puntgevel en een "kantstrookje" onder de dakranden zijn eclectisch te noemen. Tussen de ramen sympathieke zuiltjes.
In de 21e eeuw dwingt dierentuinwetgeving grotere dierenperken af en door aankoop percelen kan dit. De hoek van de zoo waar het neushoornhuis staat is als één geheel aangepakt. De historische roofvogelvolière wordt opnieuw opgebouwd bij het mensapenhuis. Meer loopruimte voor giraffen en een slim geplaatst restaurant waarvan je steeds maar één gevel ziet. Een volledig beglaasde wand ziet vanaf 5m hoogte uit op de buffel- en vogelvolière waarin het neushoornhuis is geïntegreerd (als vogelonderkomen) naast een nieuwe "rotsachtige" buffelstal. Karakteristiek zijn de netten boven de savanne hoog opgehangen aan pylonen.
Architect: Emile Thielens (neushoornhuis)
Architect 2017: Studio Farris Architects (savannerestaurant en buffelvolière)
Panoramapark 1908
Begin 20e eeuw krijgt de zoo een tralieloos kunstmatig park om de nieuwe stationshal uit beeld te werken. Vanwege de afmetingen van het station werkt men de hoogte in, een perfecte match met de toen populaire Hamburgse Hagenbeckstijl, het dierentuinpanorama. De naam Panoramapark zegt het al.
Architect: Emile Thielens
Hoofdhovenier: Louis Blockx
Aquarium, reptielenhuis
Het aquarium (1911) is een monoliet. Vloerplaten, dwarsbalken, kolommen en plafond zijn één geheel van gewapend beton. Het resultaat is een galerij met een voetprint van 63 bij 16 meter. De etalages aan weerszijden zijn voorzien van ronde bogen en marmer. Buiten oogt de gevel als een rotswand.
In de majeure renovatie van 2011 is een groot rif aan het eind van de aquariumhal toegevoegd. Om het gebogen raam van 4 bij 8 meter naar binnen te krijgen wordt een gat in de buitenmuur van de Ploegstraat gemaakt.
Het reptielenhuis (1911) met het uiterlijk van een Griekse tempel is op het aquarium gestapeld. Een tempel op een rots.
Architect 1908: Emile Thielens
Architect 1972: René Grosemans
Vogelgebouw
Het gebouw van 1948 is achter de oorspronkelijke fin de sièclegevel van 1893 opgetrokken. In de gekleurde glasramen kun je art nouveau zien.
Vogelverblijven zijn altijd wel een ding. Uitgerekend vogels met hun vleugels om te vliegen opsluiten in een kooi, die er heel natuurlijk uit moet zien omdat dat leuk is om naar te kijken, welke architect maakt hier wat van? In Antwerpen weten ze dat dagvogels het donker niet in vliegen en zitten de vogels in helder verlichte etalages zonder glas in een verder donkere ruimte. "Geen afsluiting scheidt de vogels in deze kooien van het publiek" stond er enige tijd in gekleurde letters boven. Later zijn gekleurde letters en verlichting weggehaald.
De dierentuin heeft deze manier van tentoonstellen in 1945 gepatenteerd.
En dan is het 2020 en maken levende vogels plaats voor curiosa. Vanwege dierenwelzijnsnormen staat op een bord te lezen.
Architect 1893: Emile Thielens
Architect 1948: René Grosemans
Mensapenhuis
De locatie van het mensapenhuis (1958 en vernieuwd in 1989) is gekozen omdat de buitenterrassen zon moesten vangen. Boven de corridor voor het personeel tussen dagverblijven en buitenterrassen zijn nachthokken gekomen. Met dag- en nachthokken, klimaatbeheersing en klimtuigen is het gebouw afgestemd op de biologische behoeften van de dieren. Alles in hygiënische badkamerstijl. Binnen beschermt dubbel glas (een primeur!) de apen tegen pesterijen van bezoekers maar ook tegen verspreiding van virussen via de lucht. Het buitenterras heeft een gracht in Hagenbeckstijl.
Het mensapenhuis is van hetzelfde jaar als de Expo 58, de tijd van de eerste computers en futuristische vormgeving. Het Atomium is ook een reliek van die Expo.
In 2009 en 2010 is het onderkomen visueel verouderd, "kil beton" en bovendien "akoestisch slecht". Er komen warme materialen voor terug. Houtlatten vormen een gesculpteerde wand met daarachter geluidabsorberend materiaal. Met een speels parcours worden mens en dier gelijkgeschakeld.
Landscape immersion: kinderen en apen dezelfde speeltoestellen.
Architect 1958: René Grosemans
Architect 2009: Van Halewyck & Marco architects
Mensapenvallei
Halverwege 2017 is de mensapenvallei van 2000m2 af. Een 67m lange apengrot onder het savannerestaurant verbindt binnen- en buitenverblijven. Het bezoekerspad loopt tussen de chimpansees en gorilla's door en komt via een grot voor kinderen bij de buffelsavanne uit. Langs de route witte muren met kijkvensters. Natuurrotsen uit de Ardennen. Net als de buffelsavanne is de apenvallei overkoepeld met netten op tentstokken (4 pylonen) van 23m. Van afstand lijkt de 3000m2 aan netten op een patchwork tentdak gemaakt van zeskantige stukken. Of zoals ergens stond: een honingraat. Bij de realisatie zijn een stuk of tien aannemers betrokken.
Architect: Het verblijf is bedacht door 12 verzorgers en 2 tuinlieden die met hart en ziel en houtjes en stukjes karton de maquette maakten.
Masterplan KMDA 2020
Met het neerhalen van 31 opgekochte huizen wint de zoo ruim 10% aan oppervlakte (1,5 hectare). Begroot is 30 miljoen euro. In het masterplan van 2008 schuift de kassa een stuk de zoo in en ontstaat ruimte voor een voortuin in het stadscentrum. In de voortuin – later inkomplein of welkomplein genoemd - krijgt de niet-bezoeker een voorproefje van de zoo. Kijkgaten in een muur langs de Ommeganckstraat laten voorbijgangers een glimp van de dieren opvangen. Enkele gebouwen worden vanaf de straat toegankelijk. Het rundergebouw krijgt als zoo academie een publieke functie. De grens tussen het publieke leven en het dierentuinleven vervaagt en er ontstaat een paradijs waarin mensen, mensapen, apen aan elkaar gelijkgesteld zijn.
Zoo op verleidingstoer.
Architect: Robbrecht en Daem
Geschiedenis
Zoo Antwerpen is van de categorie levend museum, waarin verzamelen, tentoonstellen, onderzoek en educatie samenkomen. De 19e eeuw wordt wel als de gouden eeuw van museums gezien.
Het verhaal gaat dat Loos, later burgemeester van Antwerpen, in 1940 tijdens een bezoek aan zijn broer onder de indruk raakt van Artis. Met enkele rijke stadgenoten richt hij de voorloper op van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde (KMVD). In 1843 komt er een stukje grond voor de Antwerpse dierentuin. Het is niet meer dan een botanisch park met een handvol boerderijdieren en een museum met de verzameling opgezette dieren van Jacques Kets, de eerste directeur.
Overeenkomsten dierentuin Antwerpen en Artis Amsterdam zijn:
- stadszoo
- kenniszoo
- 19e-eeuwse sfeer
- Engelse landschapstuin
- in het centrum van havensteden gelegen
- waar dieren arriveren die zee- en handelslieden meenemen
- etalages voor voorwerpen en dieren uit de koloniën
- botanische, museale en kunstcollecties en een schitterende bibliotheek
- onverminderd bezig met de laatste mogelijkheid tot uitbreiding
Aanvankelijk ligt de dierentuin van 1,59 ha buiten de stadswallen. De toegangsprijs is vergelijkbaar met het dagloon van een arbeider, maar alleen de elite mag naar binnen. In 1847 volgt uitbreiding naar 7,59 ha. Het eerste exotische dier zou ook in 1847 zijn aangekomen, een chimpansee die met de directeur van de dierentuin aanzat aan het diner.
Op 14 januari 1984 is de complete dierentuin tot historisch monument verklaard. Van de eerste onderkomens bestaan de Egyptische tempel, het okapigebouw en de roofvogelvolière nog altijd.
Bezoek april 2019
In de Ommeganckstraat zou een blinde muur komen of juist kijkgaten om alvast trek in de zoo te krijgen. De buurt vond er ook wat van. Nu zie ik blinde ramen in de muur en verderop een wat vaag kijkje in de keuken. Stiekem ben ik dol op botsende oplossingen. De bakstenen achtergevel van het neushoorngebouw staat in diezelfde straat. Vaak gefotografeerd dit eclectisch(!) gebouw, helemaal ingeklemd tussen stad en zoo. Uiteindelijk lijkt het op zijn tenen te staan naast een buffelhuis terwijl pylonen eindeloos de hemel inschieten om heel veel netten hoog te houden. Mooi opgeknapt. De zoo zet in op historisch besef, de opruimtips van Marie Kondo en bezoekerservaring. Het rijtje bomen voor het kangoeroehuis ziet er superstrak uit maar verbergt de lange horizontale lijnen. Toch merk je vooral dat het opruimen van visuele vervuiling van de afgelopen tijd al veel helpt. Net als bij Blijdorp.
Bezoek augustus 2021
Via een leuk parkje en de Lange Kievitstraat komen we bij de bakstenen muur om de zoo met moderne en etnische patronen. De vorm van het lamaverblijf van Emile Thielens is heel herkenbaar aan deze kant. Het hoge volièrenet verraadt de vogel- en buffelsavanne. Later in het restaurant met uitzicht op mijn favoriet, het neushoornhuis, zien we raamstickers. Wanneer glas lucht of bomen weerspiegelt, vliegen vogels ertegenaan. De Vlaamse tuin bij de melkerij, die vroeger bij een farm in neo-Vlaamse-renaissancestijl hoorde, staat vol wilde bloemen. O ja, die bomenrij tussen deze tuin en het kangoeroehuis... Leuke trompe-l'oeil bij het mensapenhuis. Voor de omheining bij de neushoorns een dikke rij planten. Blijf op afstand van de bloemen en de nijlpaarden, mensen! Voor het eerst zie ik dat de levende vogels - niet achter glas - in 2020 uit de donkere gang van het Vogelhuis verdwenen zijn.
Plattegronden dierentuin Antwerpen
Cijfers
- 1843
- Diersoorten: 870 ( 2004) vs 600 (2014)
- Dieren: 4556 vs 4400
- 11 ha
- 902,065
- 19e-eeuwse zoo
- Architect betrokken
- Kenniszoo
- Monumentale verblijven