19de-eeuwse dierentuinen ontstaan uit de wetenschappelijke behoefte om dieren te bestuderen en de opkomst van de wat rijkere stedeling die rijp is voor recreatie. In de Londense zoo ziet Darwin voor het eerst een orang-oetan. Hm... familie? denkt hij daar misschien ook wel voor het eerst. In de wetenschap zijn dieren dan in families ingedeeld. En zo huisvesten dierentuinen de dieren ook. Logisch dat gebouwen voor dieren dan "familiehuis" gaan heten. Apenhuis, kleine zoogdierenhuis enz.
Een vrouw laat de inhoud van haar tasje aan een gorilla zien. Een toerist mag een aap aaien. Een andere aap speelt kiekeboe met een jute zak en dat ene uitverkoren jongetje. Krokodil en mens, loungend in het reptielenhuis. Mensen kijken graag naar dieren en spreken dan van goed contact.